Heeft Jezus Gezegd De Schepper Te Zijn?
Is het nu mogelijk, dat Jezus slechts Gods almacht weergaf en niet wilde zeggen dat hij de feitelijke Schepper van hemel en aarde was? Op het eerste gezicht lijkt dat een mogelijkheid. Maar Jezus’ uitspraak dat hij alle macht heeft kan toch alleen maar kloppen als hij ook werkelijk de Schepper is van hemel en aarde. Immers, ‘alle’ beslaat echt alles, en dus de schepping zelf ook.
Als we beter kijken naar Jezus’ eigen woorden, lijkt er een patroon in te komen. Jezus heeft radicale dingen over zichzelf gezegd, die als ze waar zijn, onmiskenbaar wijzen op zijn godheid. Hier volgt een aantal van zulke uitspraken, genoteerd in ooggetuigenverslagen.
- “Ik ben de opstanding en het leven.” (Joh. 11:25)
- “Ik ben het licht der wereld.”(Joh. 8:12)
- “Ik en de Vader zijn een.” (Joh. 10:30)
- “Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste.” (Openb. 22:13)
- “Ik ben de Weg, en de Waarheid en het Leven.” (Joh. 14:6)
- “Niemand komt tot de Vader dan door Mij.” (Joh. 14:6)
- “Die Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien.” (Joh. 14:9)
Nogmaals, we moeten terug naar de context waarin deze uitspraken zijn gedaan. In de Hebreeuwse Schrift, het Oude Testament staat: Toen Mozes naar de naam van God vroeg, bij de brandende doornstruik, antwoordde God: “IK BEN”. Hij vertelde Mozes daarmee, dat Hij de enige Schepper was, eeuwig en onvatbaar buiten de tijd.
Na Mozes zou geen enkele gelovige Jood naar zichzelf of wie dan ook verwijzen met de term “Ik BEN”. Vandaar dat Jezus’ “Ik Ben”-uitspraken de woede opwekten van de Joodse leiders. Op een goed moment legden sommigen onder hen bijvoorbeeld uit waarom ze de dood zochten van Jezus: “…omdat Gij, een Mens zijnde, Uzelven God maakt” (Joh. 10:33).
Maar het punt hier is niet dat zo’n zinnetje de religieuze leiders zo razend maakte. Het gaat erom dat ze precies begrepen wat hij zei – hij beweerde ermee God te zijn, de Schepper van hemel en aarde. Alleen deze uitspraak kon de beschuldiging van godslastering oproepen. In Jezus’ woorden te lezen dat hij zei God te zijn, is volkomen gerechtvaardigd. Niet alleen om die woorden, maar ook door de reactie die ze opriepen.