De Gnostische Evangeliën: De echte geschiedenis van Jezus?
Zijn Er Geheime Geschriften Over Jezus?
In 1945 werd er in Boven-Egypte een ontdekking gedaan, valkbij de stad Nag Hammadi. 52 kopieën van oude handschriften, de zogenoemde Gnostische evangeliën, werden gevonden in 13 leergebonden papyrus-codices (handgeschreven boeken). Ze waren geschreven in het Koptisch en waren onderdeel van een bibliotheek van een klooster.
Een aantal gnostische geleerden heeft hier van zelfs gezegd, dat deze recentelijk ontdekte geschriften het ware verhaal van Jezus geven, in plaats van het Nieuwe Testament. Maar wordt hun geloof in deze documenten gestaafd door historisch bewijs? Laten we eens nader kijken of we waarheid van fictie kunnen onderscheiden.
Geheime “Kenners”
De Gnostische evangeliën worden toegeschreven aan een groep met de naam, verrassend genoeg, ‘Gnostici’. Hun naam komt van het Griekse woord gnosis en betekent ‘kennis’. Deze mensen gingen er van uit dat zij de beschikking hadden over speciale, geheime kennis, die gewone mensen niet hadden.
Toen het christendoem zich verspreidde vermengde de Gnostici een aantal elementen en doctrines van het christendom in hun eigen leer. Daarbij vormde ze het gnosticisme om tot een namaak christendom. Misschien wilden ze aantrekkelijk blijven, door Jezus ook op hun poster te zetten. Maar om hun gedachtegoed uit te lijnen met het christendom, moest Jezus opnieuw worden uitgevonden. Daarbij moest hij worden ontdaan van zowèl zijn menselijkheid als ook zijn absolute goddelijkheid. In ‘De Oxford Geschiedenis van het Christendom’ schreef John McManners het volgende over de gnostische vermengen van christelijk en mythisch geloof:
“Het is gnosticisme was (en is nog altijd) een theosofie met vele ingrediënten. Occultisme en oosters mysticisme werden vermengd met astrologie en magie. Ze verzamelden uitspraken van Jezus passend gemaakt in hun eigen interpretatie (zoals in het ‘evangelie’ van Thomas) en ze boden hun volgelingen een alternatieve en concurrerende vorm van christendom.”[1]
Vroege Kritiek
Een milde vorm van de gnostische filosofie kwam al in de eerste eeuw op, slechts tientallen jaren na de dood van Jezus. De apostelen deden hun uiterste best in hun leer en geschriften om aan te wijzen dat die gedachten tegenover de waarheid van Jezus stonden, van wie zij de ooggetuigen waren geweest.
Kijk bijvoorbeeld eens naar wat de apostel Johannes schrijft tegen het einde van de eerste eeuw:
“Wie is de leugenaar dan wie loochent, dat Jezus de Christus is? Dit is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent” (1Joh 2:22)
In navolging van de leer van de Apostelen veroordeelden de vroege kerkleiders de Gnostici eenstemmig als een sekte. Kerkvader Irenaeus, die 140 jaar voor het concilie van Nicaea schreef, bevestigde dat de Gnostici door de kerk als ketters waren veroordeeld. Hij wees ook hun “evangeliën” af. En over de vier evangeliën in het Nieuwe Testament zei hij: “Het is niet mogelijk dat de Evangeliën minder of meer in getal zijn dan ze zijn.”[2]
De theoloog Origines schreef dit in begin 3e eeuw, meer dan 100 jaar voor Nicaea:
Ik ken een zeker evangelie met de naam “Het evangelie naar Thomas” en “Het evangelie naar Matthias” en vele anderen hebben we gelezen – zodat we maar niet “onwetend” gevonden zouden, door diegene die menen iets weten, doordat ze bekend zijn met deze werken. Desniettemin hebben wij onder die allen alleen die goedgekeurd die de kerk heeft erkend, namelijk dat slechts vier evangeliën moeten worden aanvaard.”[3]
Mysterieuze Schrijvers
Bijna elk van die gnostische evangeliën dragen de naam van een persoon uit het Nieuwe Testament: Het evangelie van Filippus, het evangelie van Petrus, van Maria, enzovoorts. Maar zijn ze door hen ook geschreven? Laten we eens kijken.
De gnostische evangeliën dateren allemaal van tussen de 110 en 300 jaar na Christus en geen gelovenswaardige geleerde meent dat er ook maar ééntje is geschreven door diegene wiens naam ze dragen. In het boek De Bibliotheek van Nag Hammadi van James M. Robinson lezen we dat de gnostische evangeliën geschreven zijn door een “los verband van anonieme schrijvers.”[4]
Nieuwtestamenticus Norman Geisler schrijft, “De gnostische geschriften zijn niet door de apostelen geschreven, maar door mensen uit de 2e eeuw (en later), door apostolisch gezag voor te wenden, om hun eigen leer te brengen. Vandaag de dag noemen we dit fraude en bedrog.”[5]
Mysterie Tegenover Historie
De gnostische evangeliën zijn geen historie van Jezus’ leven, maar zijn grotendeels esoterische uitspraken, gehuld in mystiek, zonder historische details als namen, plaatsen en gebeurtenissen. In grote tegenstelling tot de Nieuwtestamentische evangeliën die ontelbare historische feiten vermelden over Jezus’ leven, bediening en uitspraken.
Wie zou u eerder geloven – iemand die zegt: “hé, ik heb geheime feiten die op mysterieuze wijze aan mij geopenbaard zijn”, of iemand die zegt: “ik heb alle feiten en geschiedenis onderzocht, hier heb je het zodat je zelf een besluit kunt nemen”? Hou die vraag in je achterhoofd en vergelijk dan de volgende twee uitspraken, het eerste uit het Gnostische evangelie van Thomas (ca. 110—150 na Chr.), het tweede uit het Nieuwtestamentische evangelie van Lucas (ca. 55-70 na Chr.)
- Dit zijn de verborgen uitspraken die de levende Jezus gesproken heeft en Judas Thomas de Tweeling opgeschreven heeft.[6]
- Aangezien velen ter hand genomen hebben een verslag op te stellen van de dingen die onder ons volkomen zekerheid hebben, zoals zij die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het Woord zijn geweest, aan ons overgeleverd hebben, heeft het ook mij goedgedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, hetgeordend voor u te beschrijven, hooggeachte Theofilus, opdat u de zekerheid kent van de dingen waarin u onderwezen bent. (Luc 1:1-4)
Spreekt de open en boven-de-tafel aanpak van Lukas niet aan? Of dat het feit dat het dichter bij de oorspronkelijke gebeurtenissen is opgeschreven en dus bijdraagt aan zijn betrouwbaarheid? Dat dacht de vroege kerk in elk geval ook.
En de meeste geleerden zijn ermee eens, dat het Nieuwe Testament de authentieke geschiedenis van Jezus is. Nieuwtestamenticus Raymond Brown zei over de gnostische evangeliën: “We krijgen geen enkel verifieerbaar nieuw feit te horen over de bediening van de historische Jezus en slechts een paar uitspraken die mogelijk van Hem geweest zouden kunnen zijn.”[7]
Dus, alhoewel de gnostische geschriften indruk hebben gemaakt op sommige geleerden, kan hun late datering en hun dubieuze auteurs zich niet meten met het Nieuwe Testament. Een dergelijk contrast tussen het Nieuwe Testament en de gnostische geschriften is desastreus voor de aanhangers van samenzweringstheorieën. Nieuwtestamenticus F.F. Bruce schreef: “Er bestaat geen verzameling antieke literatuur die zo’n uitgebreide textuele onderbouwing heeft als het Nieuwe Testament.”[8]
Is Jezus Werkelijk Uit De Doden Opgestaan?
De belangrijkste vraag van onze tijd is “Wie is de echte Jezus Christus?? Was hij gewoon een bijzondere man, of de vleesgeworden God, zoals Paulus, Johannes en zijn andere discipelen geloofden?
De ooggetuigen die hem mee hebben gemaakt spraken en handelden in overeenstemming met hun geloof dat hij fysiek was opgestaan uit de doden na zijn kruisiging. Als zij het bij het verkeerde eind hebben gehad is het christendom gebaseerd op een leugen. Als ze het bij het rechte eind hadden, echter, zou zo’n wonder alles onderbouwen wat Jezus heeft gezegd over God, hemzelf en ons. Maar moeten we de opstanding van Jezus Christus op goed geloof aannemen, of zijn er harde historische bewijzen? Meer dan één scepticus begon aan een onderzoek in de historische feiten met het doel te bewijzen dat de opstanding niet heeft plaatsgevonden. Wat hebben zij ontdekt?
Klik om door te gaan naar pagina 2 van 2.